Een ziekenhuisopname is altijd vervelend. Mensen met apneu moeten extra rekening houden met risico’s rond het slapen en de anesthesie.
Vaak worden kalmerings- of slaapmiddelen voor de nacht gegeven. Maar die kunnen voor mensen met apneu sterk nadelig uitpakken door de spierverslappende werking.
Als je geopereerd wordt, dan is het belangrijk dat de anesthesist weet dat je apneu hebt. Dit kan de keuze van de sedatie (verdovend middel) bepalen. Ten tweede is intuberen (een buis die bij veel operaties via de bovenste luchtweg wordt ingebracht) bij veel mensen met apneu moeilijker. Dat moet de arts van tevoren weten. Een derde kritisch moment ontstaat bij verwijdering van de intubatiebuis na de operatie. Vanaf dat moment kan de luchtweg weer blokkeren. Algemeen geldt dat apneus door de vermindering van de zuurstoftoevoer voor complicaties kunnen zorgen. En arousals, de wekreacties die volgen op apneus, zorgen voor klappen op het systeem. Bloedvaten die net zorgvuldig gehecht zijn, krijgen hierdoor extra druk te verwerken.
Dus:
- Vertel de chirurg en de anesthesist altijd dat je apneu hebt. Bespreek met hen welke maatregelen zij gaan nemen.
- Neem bij operaties altijd je mra of cpap mee.
- Overtuig je ervan of het personeel van de recovery-ruimte van je situatie op de hoogte is en bekend is met de risico’s van apneu en met het gebruik van je apparatuur.
Veel apneupatiënten dragen een SOS kettinkje of bandje, zodat de osas wordt herkend als ze bij een ongeval betrokken raken.
- Lees meer in dit artikel uit het ApneuMagazine over Apneu en operatie