Als een apneupatiënt in het ziekenhuis ligt, kan het nodig zijn om zuurstof toe te dienen via de CPAP. Hiervoor wordt een connector gebruikt.

De connector zorgt ervoor dat zuurstof kan worden toegevoegd terwijl de CPAP werkt. Het masker blijft goed zitten zonder luchtlekken.

In de connector zit geen klep, omdat de CPAP constant lucht naar de patiënt blaast. Hierdoor gaat de zuurstof altijd mee naar de patiënt.

De connector moet bij voorkeur tussen de CPAP en de slang worden geplaatst. Dit voorkomt problemen zoals luchtlekken, vooral als er geen verwarmde slang wordt gebruikt.

Bij gebruik van de CPAP moeten deze stappen gevolgd worden:

1. Zet eerst de CPAP aan.
2. Sluit daarna de zuurstofslang aan.
3. Zet dan de zuurstofconcentrator aan of draai de zuurstofklok open.

Het stoppen van de therapie gaat volgens deze stappen:

1. Zet eerst de zuurstofconcentrator uit of draai de zuurstofklok dicht.
2. Koppel daarna de zuurstofslang los.
3. Zet als laatste de CPAP uit.

Dit voorkomt dat er zuurstof in de slang of de CPAP blijft zitten, wat een klein risico op brand kan geven.

De afbeeldingen laten connectors van Fisher & Paykel en Intersurgical zien. Deze connectors passen op CPAP-apparaten van alle merken.

Dit artikel verscheen eerder in het ApneuBulletin, de nieuwsbrief voor leden en vrienden van de ApneuVereniging. Niets meer missen? Word lid: lid worden