Niet herkende apneu en depressie komt vaak samen voor.
In Nederland zijn er ruim 600.000 mensen met apneu waarvan slechts een klein deel in behandeling is. Er is aangetoond dat veel patiënten pas na vijf jaar de diagnose van slaapapneu krijgen; sommigen zelfs pas na acht jaar terwijl ze in de gezondheidsstatistieken al te herkennen zijn aan onder andere een verhoogde medische consumptie, uitval door ziekte of een hogere werkloosheid.
Bij apneu ontstaan er gezondheidsklachten die in dezelfde lijn liggen van psychosomatische aandoeningen. Gevoelens van neerslachtigheid, extreme vermoeidheid en psychische klachten kunnen zowel patiënt, familie als arts aanzetten tot het denken in de richting van een depressie, burn-out of een andere psychische aandoening. In dit geval wordt de behandeling ook afgesteld op deze eerste vaststelling. Het apneu dat aan de basis ligt van deze negatieve gevoelens blijft hier ongeweten, onbesproken en onbehandeld.
Onbehandelde apneu zal ervoor zorgen dat de patiënt in een neerwaartse spiraal terechtkomt die naast een toename van het psychisch lijden ook aanleiding kan geven tot ernstige lichamelijke complicaties.