“Mijn eerste cpap kreeg ik omstreeks 1995. Ik heb er veel aan geknutseld omdat ik een apparaat wilde dat ik tijdens mijn reizen gebruiken op plekken waar de stroom vaak uitvalt of waar in de verste verte geen stopcontact valt te bekennen. Aangezien er toen nog geen NC of Ni-MH accu’s waren met een grote capaciteit, ben ik begonnen met een hulp-accupack van de Bouwmarkt. Ik heb een externe aansluiting gemaakt, een laadsysteem ingebouwd en een hoogrendements spanningsregelaar, zodat ik de benodigde spanning kon instellen.
Zo werd mijn cpap een nuttige reisgenoot. De accu werd opgeladen tijdens autoritten of met behulp van zonnepanelen.
Vijf jaar geleden heb ik het laadsysteem aangepast. Er kwamen toen Ni-Mh D-cellen op de markt van 10 amp/uur. Het werd een stuk beter, maar onderweg laden bleef moeilijk omdat het apparaat te groot was om mee te nemen. Ik kwam niet verder dan een gebruik van acht uur.
Toen bracht NewTecs een ladertje op de markt dat zo groot is als een sigarendoosje en niet meer dan tweehonderd gram weegt. Voor zeventig euro kan ik nu vijftien uur vrij ademen. Het opladen duurt nog geen vier uur.
De cpap’s zijn inmiddels ook kleiner en reisvriendelijker geworden. En ze worden bij alle vliegveld-controles snel herkend. Tijdens mijn laatste reis wierp de douane in Marrakech een korte blik in het koffertje en kneep begrijpend in zijn neus. Een maandlang heb ik door de woestijn gereisd.
En dankzij mijn cpap had ik altijd verse en schone lucht.
Ik slaap het liefst onder de blote hemel en probeer wakker te blijven om naar de prachtige hemel te kijken. Die is dicht bezaaid met sterren die zó dichtbij lijken dat je ze kunt aanraken. Maar plotseling is daar toch de ochtendzon. Om me tegen de koude nachten te beschermen, kruip ik helemaal in mijn slaapzak met twee dekens erover. De cpap staat ernaast, in het slaapzakhoesje. De slang laat ik in zijn geheel door mijn slaapzak lopen, zodat de lucht opgewarmd in het masker aankomt. ’s Morgens wel even de apparatuur uitgraven en de filter uitblazen want de zandstormen in de woestijn zijn berucht.
En na een goede nacht, goed uitgerust, snel weer het vuurtje van de vorige avond oprakelen om brood te roosteren. Dan weer verder in de landcruiser om te genieten van de oneindige leegte, de stilte en de zuiverheid van de woestijn.
Dit verhaal verscheen eerder in het ApneuMagazine