Apneu betekent dat je tijdens je slaap tijdelijk stopt met ademhalen. Dit gebeurt bij sommige mensen heel vaak. Dat kan ernstige gevolgen hebben. Mensen met apneu hebben soms tot wel zestig ademstilstanden per uur. Die kunnen soms wel twee minuten duren. Tijdens deze ademstilstanden krijg je geen zuurstof. En dat is schadelijk voor je organen.
De ademstilstanden zorgen ervoor dat je lichaam een reflex krijgt om wakker te worden. Vaak gaat dit samen met snurken. Maar dat merk je zelf meestal niet. Toch wordt je slaap verstoord, omdat je niet in een diepe slaap komt. Een diepe slaap is belangrijk om uit te rusten en energie op te doen. Door de slechte slaap hebben mensen met apneu overdag vaak last van vermoeidheid.
Apneu kan ook leiden tot problemen met de gezondheid. Zo hebben veel patiënten een hoge bloeddruk, hoog cholesterol, hart- en vaatziekten, obesitas of diabetes. Ze kunnen zich ook vergeetachtig voelen.
Soorten apneu
Er zijn drie soorten apneu:
- Obstructief slaapapneu syndroom (OSAS): Dit is de meest voorkomende vorm. Tijdens de slaap ontspannen de spieren, waardoor de tong en zachte delen in de keel de ademhaling blokkeren.
- Centraal slaapapneu syndroom (CSAS): Hierbij geven de hersenen onvoldoende signalen om te ademen.
- Positioneel obstructief slaapapneu syndroom (POSAS): Dit is een vorm van OSAS die vooral voorkomt als je op je rug slaapt. De zwaartekracht zorgt dan voor de blokkade.
Soms hebben mensen een combinatie van deze vormen.