Wat gebeurt er tijdens slapen?
Tijdens de slaap verandert de ademhaling. Je spieren ontspannen, ook de spieren die helpen met ademen. De luchtweg kan nauwer worden, waardoor snurken ontstaat. Als de luchtweg helemaal dichtgaat, krijg je een apneu (tijdelijk stoppen met ademen). Het lichaam reageert hierop met een korte wekreactie om de luchtweg weer te openen.
Hoe werken deze medicijnen?
Kalmerings- en slaapmiddelen, zoals benzodiazepines (BZD), maken de spieren in je lichaam extra slap. Dit kan de luchtweg nog meer afsluiten. Ook zorgen deze medicijnen ervoor dat je minder snel wakker wordt bij lage zuurstof in je bloed. Hierdoor duren apneus langer en wordt het zuurstoftekort groter.