Ook bij het onderzoek onder apneupatiënten in 2019 is de toekenning van sterren aan Topklinieken gebaseerd op de internationaal gevalideerde TRI*M-methode.
In Nederland zijn geen ‘slechte’ slaapcentra. Maar er zijn wel mindere slaapcentra. Topklinieken zijn die klinieken die meer dan bovengemiddeld presteren en gewaardeerd worden in de ogen van hun patiënten. We kennen ze drie tot vijf sterren toe. Een en twee sterren worden niet gegeven.
5235 patiënten van 95 slaapcentra hebben meegedaan aan dit onderzoek. Om verantwoord uitspraken te kunnen doen moet een kliniek minimaal door 25 patiënten beoordeeld zijn. Er zijn 27 slaapcentra die niet voldoen aan dat criterium. Het gemiddelde aantal patiënten van de overige 68 slaapcentra is 45. Het hoogste aantal patiënten van één kliniek is 117.
De gemiddelde TRI*M-score van deze 68 slaapcentra is 61 op een schaal van 0 tot 100. Dat is volgens internationale maatstaven relatief hoog. Daarvan krijgen 28 centra een TRI*M-score van 61 of hoger van hun patiënten en 40 centra een score van minder dan 61. Vaak maar net onder het gemiddelde en dus nog steeds heel goed. Maar liefst 26 centra daarvan krijgen een score van 50 tot 61. De resterende 14 krijgen een score onder 50. De laagste score is 32.
Een centrum krijgt pas sterren bij een TRI*M-score van 70 en hoger, en wel als volgt: drie sterren bij een TRI*M-score van 70-74, vier sterren bij een score van 75-78 en 5 sterren bij een score van 79 en hoger. Dat zijn de Topklinieken. Het zijn er 14. Er zijn dus ook 14 centra die bovengemiddeld gewaardeerd worden (score van 61-69) maar geen sterren krijgen.