Reactie van Zorginstituut Nederland

Er is onduidelijkheid ontstaan over de zorg aan mensen met obstructief slaapapneu (OSA). Uitlatingen die Sjaak Wijma, voorzitter van Zorginstituut Nederland op maandag 6 oktober jl. deed in het Algemeen Dagblad, hebben bij velen – ook de ApneuVereniging – de indruk gewekt dat effectieve OSA-zorg uit het basispakket kan gaan verdwijnen. Dit is niet het geval. Het Zorginstituut betreurt de ontstane onrust en neemt die graag weg. Hiertoe heeft dhr. Wijma op 19 oktober gebeld met de voorzitter van de ApneuVereniging.

 

Het Zorginstituut heeft in verschillende standpunten geconcludeerd dat medische hulpmiddelen, zoals CPAP, MRA en SPT bij specifieke OSA-indicaties effectieve zorg zijn, die daarmee onderdeel zijn van het verzekerde pakket. Daaraan verandert niks. In het Zinnige Zorgtraject OSA kijkt het Zorginstituut samen met de ApneuVereniging, zorgprofessionals en zorgverzekeraars juist naar die onderdelen van het OSA-zorgtraject waar onduidelijkheid bestaat over effectiviteit of doelmatig gebruik van zorg. Bij onduidelijkheid is nader onderzoek nodig. Als zorg bewezen niet-effectief is, dan moeten patiënten deze zorg niet (meer) krijgen. Zo kan er meer aandacht uitgaan naar het verbeteren van zorg die wél effectief is.

 

Het Zorginstituut is blij met de positieve en gedreven inhoudelijke betrokkenheid van de ApneuVereniging, die zich actief inzet om de zorg voor patiënten met OSA te optimaliseren. Wij zetten deze samenwerking graag voort.