Maarten kon zich vóór zijn diagnose – hij was 7 jaar – moeilijk concentreren op school. Hij werd snel boos, vooral aan het eind van de dag.
Na een lezing van een somnoloog herkende ik veel symptomen: vechten tegen slaap aan het einde van de dag, kenmerken van ADHD etc. In de slaapkliniek gaf de somnoloog aan dat het moederinstrict het vaak bij het rechte eind heeft. Een eerste slaaponderzoek volgde; een operatie bleek nodig.
Een half jaar na het verwijderen van zijn keel- en neusamandelen dagdroomde hij nog steeds op school, was hij snel afgeleid en hield hij ook thuis zijn korte lontje. Een tweede slaaponderzoek volgde en hij kreeg een APAP apparaat (Automatic Positive Airway Pressure; past automatisch de druk aan bij vernauwingen en afsluitingen van de bovenste luchtwegen).
De kaakchirurg en de orthodontist keken ook samen naar zijn smalle kaakbouw (dat zit in de familie). De orthodontist verwees ons naar een collega dichter bij huis, die ook deskundig is op het gebied van slaapapneu. Maarten heeft nu ruim twee jaar een plaatjesbeugel gehad. Daarvoor had hij een hyrax om zijn bovenkaak te verbreden.
Helaas kan hij niet zonder APAP slapen, dan komen de symptomen terug.
Maarten en Tanja