Het korte lontje

afb Depositphotos
Mijn vader had toch een kort lontje

‘Mijn vader kreeg de diagnose apneu. Mijn broer en ik waren toen allebei aan het puberen. Tegendraads, grenzen opzoeken.
Mijn vader kon daar helemaal niet tegen. Die had toch een kort lontje!

Mijn moeder kon er niet meer tegen

Achteraf vind ik het erg dat we totaal niet stilstonden bij wat die apneu voor onze ouders betekende. Toen mijn moeder eraan onderdoor dreigde te gaan, heeft de huisarts ons vieren uitgenodigd voor een paar gesprekken met een sociaal verpleegkundige.

Dat heeft meer rust gebracht.’

Slechte slaap

Bij apneu stokt de ademhaling vaak in de nacht. Het lichaam schrikt telkens even wakker om lucht te krijgen. Daardoor slaap je minder diep en word je niet uitgerust wakker.

Altijd moe

Omdat je slaap steeds wordt onderbroken, voel je je overdag vaak moe. Als je moe bent, heb je minder geduld en reageer je sneller boos.

Minder scherp

Door slechte nachtrust werkt je brein trager. Je kunt je minder goed concentreren. Kleine dingen kunnen dan al snel ergernis geven.

Spanningen thuis en op het werk

Door al deze problemen veranderen mensen met apneu. Ze worden minder leuke partners. Ook worden ze minder leuke ouders of vrienden. Op het werk zijn ze minder prettige collega’s of leidinggevenden. Dit zorgt voor spanningen thuis en op het werk.

Deze tekst is o.a. gebaseerd op een artikel van Marijke IJff in het ApneuMagazine