CSAS bij kinderen

Wanneer moet je denken aan Centraal Slaapapneu bij kinderen?
Een Centraal Slaap Apneu Syndroom (csas) bij kinderen uit zich anders, doordat de ademhaling de hele nacht door onregelmatig is, met ademstops van meer dan twee ademteugen. Anders dan bij osas (Obstructief Slaap Apneu Syndroom) komt de ademhaling na de ademstilstand geleidelijk weer op gang. En dus niet met een heftig snurkend geluid, zoals bij osas.
Ook zie je tijdens centraal apneu geen intrekking van de borstkas waarbij de buikademhaling doorgaat, omdat de keelwand en of tong-neusamandelen de luchtweg afsluiten. Alles (luchtstroom, borst en buikademhaling) ligt bij centrale apneus even volkomen stil.
Ook kan er een combinatie met een mengvorm van centrale en obstructieve apneus voorkomen, waarbij de verhoogde inademingsweerstand bij snurken aanleiding kan zijn voor een te snelle ademhaling. Waardoor een centrale apneu ontstaat wanneer het koolzuurgehalte te laag wordt (apneudrempel).
Waardoor ontstaan centrale apneus?
Centrale apneus kunnen voornamelijk voorkomen bij neurologische stoornissen of door hartafwijkingen. Neurologische oorzaken uiten zich vaak in een afwijkend ademhalingsritme, met een te langzame ademfrequentie (< 8/min) door een fout vanuit de aansturing naar het middenrif vanuit de hersenen. Dit kan onder andere voorkomen door een te hoge hersendruk. Ook kan het in zeldzame gevallen voorkomen door aangeboren afwijkingen in het regelsysteem (waarneming van zuurstof, koolzuur en zuurgraad) in de hersenen en/of grote slagaders (aorta-boog en halsslagaders).
Daarnaast komen centrale apneus voor bij kinderen met een slechte, vaak aangeboren hartfunctie (chronisch hartfalen). Door linkerkamerhartfalen pompt het hart te weinig zuurstofrijk bloed in de aorta en slagaders en ook blijft in de rustfase van het hart de vullingsdruk in de linkerkamer te hoog. Hierdoor ontstaat er iets te veel vocht in de longen, waardoor er een stimulans is om extra te ademen en meer zuurstof op te nemen. Je merkt in dat geval een te snelle ademhaling, waardoor het koolzuurgehalte te laag wordt en een centrale apneu ontstaat. Door de ademstilstand stijgt het koolzuur weer en daalt de zuurstof, waarna de hersenschors geactiveerd wordt om de ademhaling geleidelijk weer op gang te brengen (arousal). Hierbij zie je vaak een afwisselend geleidelijke toename en afname van de ademhaling, gevolgd door een centrale ademstilstand, de zogenaamde Cheyne Stokes Ventilatie (CSV).
Diagnose en behandeling
Bij de diagnose is een volledige polysomnografie (slaaponderzoek) noodzakelijk. Voor de behandeling van csas met een neurologische oorzaak is het belangrijk te weten of het koolzuurgehalte in het lichaam tijdens de nacht afwijkend is (hoog, normaal of te laag). Bij hoog-normaal koolzuurgehalte kan csas worden behandeld met Acetazolamide (Diamox), dat de centrale ademhalingsprikkel stimuleert door het bloed zuurder te maken. Hierdoor ontstaan minder centrale apneus bij patiënten zonder hartfalen.
Bij csas veroorzaakt door hartafwijkingen is er vaak al sprake van een snelle ademhaling en laag koolzuurgehalte. Er is dan geen indicatie om de ademhaling verder te stimuleren. In dit geval is een aanvulling van zuurstof ’s nachts (via neusbril 0.5-2 L/min) aan te bevelen, om de te snelle ademhaling op het lage zuurstofgehalte door hartfalen te verminderen en om het koolzuurgehalte te doen stijgen. Ook, zeker bij een mengvorm csas/osas, is een cpap-behandeling met lage druk mogelijk







