Toen mijn vaders apneu niet behandeld werd,
had hij toch een kort lontje ...

Irene (22) :

‘Mijn vader kreeg de diagnose apneu. Mijn broer en ik waren toen allebei aan het puberen. Tegendraads, grenzen opzoeken.
Mijn vader kon daar helemaal niet tegen. Die had toch een kort lontje!
Achteraf vind ik het erg dat we totaal niet stilstonden bij wat die apneu voor onze ouders betekende. Toen mijn moeder eraan onderdoor dreigde te gaan, heeft de huisarts ons vieren uitgenodigd voor een paar gesprekken met een sociaal verpleegkundige. Dat heeft meer rust gebracht.’

Mensen met slaapapneu slapen niet goed. Ze hebben weinig energie. Ze kunnen zich slecht concentreren. Hun geheugen werkt minder goed. Ze zijn vaak slaperig overdag. Ook stellen ze dingen uit.

Door al deze problemen veranderen mensen met apneu. Ze worden minder leuke partners. Ook worden ze minder leuke ouders of vrienden. Op het werk zijn ze minder prettige collega’s of leidinggevenden.

Dit zorgt voor spanningen thuis en op het werk.

Deze tekst is een korte samenvatting van een artikel van Marijke IJff uit het ApneuMagazine. 

Daar staat ook meer informatie.