Bij apneu zakt het zachte weefsel in de keel naar achteren en blokkeert zo de luchtweg. Dit heet obstructief slaapapneu (OSAS).

Soms geven de hersenen tijdelijk geen signaal om te ademen. Dat heet centraal slaapapneu (CSAS), maar dat komt minder vaak voor.

Ons leefpatroon zorgt ervoor dat mensen makkelijk overgewicht krijgen. Overgewicht kan apneu veroorzaken, maar apneu kan ook zorgen voor overgewicht. Door de ademstops slaap je slecht en krijg je te weinig zuurstof. Dit verstoort de stofwisseling en de werking van hormonen, wat weer kan leiden tot gewichtstoename.

In het verleden werd mensen met apneu en overgewicht vaak gevraagd om eerst af te vallen. Dat is niet logisch. Door apneu heb je weinig energie en lukt afvallen juist moeilijker. Daarom is het beter om direct met een behandeling te beginnen. Daardoor voelen mensen zich snel beter en krijgen ze weer energie. Dan wordt het ook makkelijker om gezonder te leven.

Lichaamsbouw speelt ook een rol. Door de evolutie zijn onze kaken kleiner geworden en de luchtweg nauwer. Dat maakt de kans op apneu groter.

Bij het ouder worden verslappen de spieren in de keel, wat het probleem verergert. Maar ook jonge mensen of kinderen kunnen apneu hebben, bijvoorbeeld door vergrote amandelen.

Apneu zelf is niet erfelijk, maar een smalle keel of een terugwijkende kin kan in de familie zitten en zo de kans op apneu vergroten.